Gerrit Willem van Blaaderen (1873-1935), ‘Stokrozen’ (nieuw in collectie)
olieverf op doek, afm. 120 x 100 cm, achterzijde o.a. sticker van Stedelijk Museum Amsterdam, te dateren ca. 1913.
herkomst:
-collectie Boendermaker vanaf 1916
-particuliere collectie vanaf eind jaren ’40 van de vorige eeuw
tentoonstelling:
– Hollandsche Kunstenaarskring Stedelijk Museum Amsterdam 11 maart-2 april 1916, catalogusnummer 13.
aantekeningen spieraam achterzijde:
– sticker: Gemeente Musea Amsterdam, met de volgende gegevens ‘no. P.B. 4. lijst Boendermaker. kunstenaar G. W. van Blaaderen, bruikleen P. Boendermaker Czn, geteekend: n.g.(= niet getekend), maten: hoog 120 cm, breed 100 cm.’
NB. de aantekening ‘P.B. 4, 1926’ komt van de bruikleen van 160 werken aan de gemeente Amsterdam in 1926. Het nummer is een eigen nummering van de gemeente van deze werken in bruikleen. Het werd in bruikleen getoond in het Stedelijk Museum Amsterdam in de zogenoemde Boendermakerzalen. In het RKD is daar een foto van.
– Boendermakernummer 2233. NB. over dit nummer is verwarring. Er was onduidelijkheid welk schilderij bij dit nummer hoorde in het boek van Piet Spijk over de collectie Boendermaker. Het blijkt dus nu het schilderij ‘Stokrozen’ te zijn.
Later heeft Boendermaker het werk uitgeleend aan de stad Amsterdam. Zie de inventarisatie van werken die op 18-12-1943 van de Dienst der Centrale Voedselvoorziening in de Centrale Markthallen, Jan van Galenstraat, Amsterdam in ontvangst werden genomen door het Stedelijk Museum Amsterdam. Op deze lijst staat vermeld dat een werk met de titel ‘Stokrozen’ uit de Boendermakercollectie komt en onder ‘P.B. 4’ bekend is.
NB. Het schilderij komt niet voor op de inventarisatielijst van de collectie Boendermaker die het Stedelijk Museum opmaakte in de jaren 1952-1956 en die als basis diende voor de faillissement veilingen van de collectie Boendermaker bij veilinghuis Bom in 1958.
Het schilderij was toen al in particuliere handen.
– No.13. Dit is het catalogusnummer van de tentoonstelling van de Hollandsche Kunstenaarskring in 1916 (zie hieronder) waar Van Blaaderen de Stokrozen samen met 5 andere schilderijen exposeerde.
Toelichting:
Uit onvrede met het expositiebeleid van de kunstenaarsvereniging Sint Lucas stapte een aantal kunstenaars in 1913 op en stichtte de Hollandsche Kunstenaarskring. De oprichters waren niet de minsten: o.a. Leo Gestel, Jan Sluijters, Ferdinand Hart Nibbrig, H.J. Wolter en ook G.W. van Blaaderen. De richtingenstrijd staat te boek als de controverse tussen de moderne ‘blauwen’en de ‘bruinen’. De ‘blauwen’ schilderden in lichte kleuren met blauwe en groenachtige schaduwen en de ‘bruinen’ , in de traditie van de Haagse School, schilderden in ‘gezapige, rustige toontjes’.
De eerste tentoonstelling van de HKK in het Stedeljk Amsterdam was pas in 1915 en Van Blaaderen exposeerde daar 16 schilderijen die door de kritiek positief beoordeeld werden. De Stokrozen exposeerde hij op de tweede tentoonstelling van de HKK in het voorjaar van 1916. Het catalogusnummer nummer 13 staat op het spieraam achterzjde, Op die tweede expositie 1916 waren ook o.a Else Berg en Mommie Schwarz met een flink aantal schilderijen vertegenwoordigd. Cornelis Veth recenseert de tentoonstelling en zegt over de inzending van Van Blaaderen: ‘Van Blaaderen is forscher, een kloek bouwer van sobere, levendige landschappen, en bloemen, geen bloemstukken doch bloemen in groei, buiten. Er is iets spontaans in zijn werk, en een gezonde vlotheid.’ Veth vindt blijkbaar Piet Mondriaan die vier schilderijen exposeerde minder ‘gezond’. Hij schrijft: ‘Mondriaan blijft die vormloosheden schilderen, die ik eerlijk gezegd maar niet als een gezonde uiting van scheppingsdrift kan beschouwen.’
Blijft over het raadsel waarom Van Blaaderen het schilderij niet signeerde. Heeft het te maken met de scheidingsperikelen met zijn vrouw Riet Hoogendijk begin 1915? Stond zijn hoofd niet naar nieuw werk maken en exposeerde hij in 1916 een schilderij dat weliswaar af was, maar dat hij, ongebruikelijk voor zijn normale werkwijze, nog niet gesigneerd had. Nicolaas Maesstraat 114 Amsterdam is zijn adres in de catalogus van 1916, hij had de chique villa De Maerle in Huizen, architect K.P.C de Bazel, gedwongen moeten verlaten…
tentoonstelling:
– Hollandsche Kunstenaarskring in Stedelijk Museum Amsterdam 11 maart- 2 april 1916, catalogusnummer 13.
Literatuur:
– Cornelis Veth ‘Hollandsche Kunstenaarskring’, Elseviers Geïllustreerd Maandschrift, 26e jaargang, deel 51, nr.4 (april 1916)
– Piet Spijk, ‘Piet Boendermaker, Mecenas van de Bergense School’ 2015
– Kees van der Geer, ‘Gerrit Willem van Blaaderen’ 2016.
Met dank aan Piet Spijk en Kees van der Geer voor de beschrijving van het schilderij.
Gerrit Willem van Blaaderen (1873-1935), Hooimijten bij Samois
olieverf op doek, afm. 65 x 80 cm, gesigneerd rechts onder ‘G W van Blaaderen’, te dateren 1908-1909.
In die jaren maakte Van Blaaderen in Samois een aantal schilderijen met dezelfde afmetingen. Hij gebruikte daarvoor een Franse maat spieraam: 65 x 80 cm.
Prijs: euro 3600
G.W. van Blaaderen reisde in de jaren 1908-1912 jaarlijks naar Samois-sur-Seine. De kunstenaar maakte in Samois vooral landschappen in een aan het Franse impressionisme verwante stijl. Van Blaaderen kende ongetwijfeld de serie
schilderijen van hooibergen die Claude Monet op verschillende tijdstippen en tijdens verschillende seizoenen en weertypes maakte in Giverny.
Het onderwerp ‘Hooimijten’ werd opgepakt door meer impressionistische schilders. Zo werd tot 25 jauari 2025 op de tentoonstelling ‘Vive l’impressionisme’ in het Van Gogh Museum een schilderij van Gustave Caillebotte geëxposeeerd van een Frans Landschap met hooimijten uit de collectie van het Kröller-Müller Museum.
Zie ook het hoofdstuk ‘Frans licht’, pag. 28-59 in de monografie over Van Blaaderen van Kees van der Geer verschenen bij een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar. Vergelijk het landschap bij Samois met dezelfde afmetingen op pag. 35 in dit boek.